Bekkenbodemklachten

De bekkenbodem tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap wordt het bindweefsel onder invloed van hormonen zwakker. De steunfunctie en soms ook de sluitfunctie van de bekkenbodem zijn verminderd. Dit proces is normaal en heeft een reden. Door deze hormonale veranderingen en door de toegenomen buikomvang nemen ook de buikspieren in kracht af. Daarnaast drukken de baarmoeder en het nog ongeboren kind op de bekkenbodem. Dit alles geeft een enorme belasting op de bekkenbodem. Aandacht voor een goede rust/belasting verhouding is van groot belang om bekkenbodemklachten te voorkomen.

Goed werkende bekkenbodemspieren zijn belangrijk om continent te blijven. Omdat u tijdens de zwangerschap te maken hebt met andere hormonen is het niet altijd makkelijk om u bekkenbodemspieren goed te gebruiken. Bijvoorbeeld met hoesten. Verder wordt de baarmoeder zwaarder wat ook weer extra gewicht geeft op de bekkenbodem zelf. In het begin van de zwangerschap klagen veel vrouwen dat ze zo vaak moeten plassen (60%) en in het tweede deel van de zwangerschap is dat zelfs nog meer (80%).

Stress urine incontinentie komt vaak voor bij vrouwen die zwanger zijn. Het komt regelmatig voor dat die klacht blijft, ook al is uw kindje geboren. Het is wetenschappelijk aangetoond dat als u in de zwangerschap urine verliest, u dat vaak ook op latere leeftijd weer krijgt. Daarom is het belangrijk dat u al in de zwangerschap leert om u bekkenbodemspieren goed te gebruiken. Zo kan u het urineverlies zo klein mogelijk maken en kan u na de bevalling de oefeningen weer wat makkelijker oppakken.

De oefeningen zijn bedoeld om u bewust te maken van u bekkenbodemspieren (niet iedereen weet ze te vinden en kan ze op de goede manier aanspannen). Als u eenmaal de spieren kunt vinden en ze goed kunt aanspannen kun u de bekkenbodemspieren goed trainen en gebruiken in uw dagelijks leven. Ook al kan u het urineverlies niet helemaal voorkómen dan is het toch goed om te oefenen. U zult zien dat het helpt als u na de bevalling er weer mee aan de slag gaat.

De bekkenbodem tijdens de bevalling
Het grootste risico op het krijgen van een bekkenbodemprobleem is als u vaginaal bevalt. We kunnen dan de volgende risicofactoren omschrijven:

  • langdurige uitdrijving
  • kunstverlossing: tangverlossing (forceps) of een vacuümpomp (vacuümextractie), waarbij de tangverlossing de belangrijkste veroorzaker is
  • forse expressie tijdens de uitdrijving (krachtig meeduwen op de buik)
  • meerdere kinderen
  • inscheuren (ruptuur) of inknippen (episiotomie)
  • grote doorsnee van het babyhoofdje, afwijkende hoofdligging
  • zwaarlijvigheid (obesitas) van de moeder
  • maar ook alleen al het zwanger zijn heeft invloed op de functie van de bekkenbodem.

Desondanks is het in het belang van jou en je baby om de bevalling tot een goed einde te brengen en zijn klachten niet altijd te voorkomen. Goede onderkenning en begeleiding zijn belangrijk in je herstelproces.
De bekkenbodem na de bevalling
Direct na de bevalling is de druk van het ongeboren kind op het bekkenbodemgebied wel weg, maar voelt de bekkenbodem anders aan. Tijdens het persen komt er druk te staan op de bekkenbodemspieren, de banden, de plasbuis, de blaas en de endeldarm. Hierdoor kan u na de bevalling tijdelijk een veranderd gevoel hebben in het bekkenbodemgebied, waardoor het niet goed lukt om het signaal te herkennen van een volle blaas of darmen. Ook zijn de bekkenbodemspieren tijdens de bevalling gerekt, waardoor ze vlak na de bevalling moeilijker de plasbuis en de anus kunnen afsluiten, wat weer klachten kan geven van urineverlies, verlies van windjes of zelfs wat ontlasting. Ook pijnklachten kunnen een verandering geven in het functioneren van de bekkenbodemspieren.
Deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk! Maar het duurt nog wel even voordat de stevigheid van het steunweefsel en de spierfunctie van bekkenbodem en buik zich hersteld hebben
Dit herstellen kost tijd, minimaal 6-8 weken bij een normale ongecompliceerde bevalling. Wanneer er sprake is geweest van langdurig persen, kunstverlossing, hoog geboortegewicht, fors inscheuren of knippen, kan het herstel langer duren.
Adviezen zijn:

  • De eerste 6-8 weken rustig aan doen en tillen zoveel mogelijk vermijden, er mag niet teveel druk op de bekkenbodem komen te staan. Stem de belasting af op de belastbaarheid.
  • Wissel belasten en rust af, neem regelmatig een rustpauze (liggen), zo ontspant de bekkenbodem het meest. Bij zitten: zit rechtop op een stoel, met de voeten goed op de grond en steun in de rug. Zit op een zacht kussen. Dit ondersteunt de bekkenbodem omdat het een beetje opbolt wanneer u erop zit.
  • Blijf bewegen binnen u mogelijkheden.
  • Blijf letten op goed toiletgedrag, Let ook op dat u voldoende drinkt en eet, en ga om de twee tot drie uur naar de wc. Ook als u geen aandrang voelt!
  • Bekkenbodemoefeningen mogen al zodra u vindt dat het weer kan. Rustig weer leren voelen en licht aanspannen en weer loslaten. De beheersing van de spieren rond de plasbuis, anus en vagina worden zo geoefend en kunnen weer herstellen.